Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Stamboek

betekenis & definitie

Men kent voor alle huisdieren s. De inrichting van een s. is meestal zo, dat men meer dan één boek of register bijhoudt, waarin de dieren, al naar hun afstamming, leeftijd of eigenschappen kunnen worden ingeschreven.

De s. eisen als fokmethode de toepassing van de zuivere teelt, d.w.z. dat ze alleen dieren van één ras inschrijven en dat alleen afstammelingen kunnen worden ingeschreven, die afkomstig zijn van in het stamboek geregistreerde dieren.Voor alle s. is nu de gang van zaken ongeveer aldus : In de eerste plaats moet, voordat de draagtijd van het dier verlopen is, bij het stamboek aangifte worden gedaan van de dekdatum en van naam en nummer van het Q dier, dat de dekking heeft uitgevoerd. Is het jonge dier geboren, dan moet ook daarvan zo spoedig mogelijk aangifte worden gedaan. Dit dier stamt dan af van bij het s. bekende oudere. Het wordt dan opgenomen in het boek voor het jongvee (kalverboek, jongveeregister, veulenof biggenboek). Als dit jonge dier is opgegroeid, kan het voor inschrijving in het eigenlijke s. worden aangegeven. Deze inschrijving vindt echter alleen plaats als het dier aan bepaalde minimum exterieureisen voldoet, terwijl sommige stamboeken bovendien bepaalde minimumeisen stellen aan de productie van de moeder.

Bij de meeste s. kunnen echter ook dieren worden geregistreerd, waarvan de afstamming niet bekend is, die dus niet in het register voor jongvee zijn ingeschreven. Dgl. dieren komen dan in een afzonderlijk register (of hulpboek), mits ze aan minimum exterieureisen voldoen. Dit geldt echter steeds alleen voor vrouwelijke dieren. Voor MANNELIJKE dieren is dit register of hulpboek bij alles, reeds lang gesloten. Sommige s. zijn echter ook voor vrouwelijke dieren gesloten. Als dat het geval is, zoals b.v. bij de Ned. varkens- en de meeste Ned. schapen-s. kunnen dus alleen dieren worden ingeschreven van s. ouders.

Overigens moet wat de trekpaarden-s. in Belg. en Ned. betreft, nog worden opgemerkt, dat men daar het register voor jongvee of veulenboek de benaming s. geeft en wat bij de andere verenigingen s. heet, wordt bij de K.V.N.T. keurstamboek genoemd. Dat betekent dus, dat hier dieren in het s. worden ingeschreven zonder voorafgaande exterieurkeuring. Deze vindt pas plaats bij de eventuele inschrijving in het keurstamboek.

De betekenis der s. bestaat vooral hierin, dat door de registratie de afstamming en de afstammelingen der dieren bekend zijn. Beide, maar bij mannelijke dieren vooral het laatste, zijn van grote betekenis voor het bepalen der fokwaarde. Bovendien geven de s. geregeld een gedrukte lijst uit van de ingeschreven dieren. Deze lijsten geven een overzicht en kunnen dienen als adreslijst. Verder verleent het s. bemiddeling bij de handel en ook vooral bij export van fokvee. Ook verzamelt het de productiegegevens, althans bij runderen, schapen en varkens.

De voornaamste in Ned. werkende stamboeken zijn: Het Nederlands Rundvee Stamboek (N.R.S.), het Fries Rundvee Stamboek i F.R.S.), de Koninklijke Ver. het Nederlandse Trekpaard (K.V.N.T.), de Ver. ter bevordering van de Landbouwtuigpaardfokkerij in Ned. (V.I..N. , het Noord Ned. Warmbloed Paardenstamboek ; N.W.P.),de Koninklijke Vereniging het Fries Paardenstamboek (K.F.P.S.). Voor varkens, schapen en geiten kennen we in Ned. provinciale stamboeken, welke tot een soort landelijke Federatie zijn verenigd.

In Belg. kent men de Koninklijke Vereniging Het Belgisch Trekpaard, dat een Stud-Book of afstammingsregister uitgeeft. Dit s. is ook gesloten omdat slechts dieren kunnen worden ingeschreven, die in het boek van herkomst vermeld staan.

Voor rundvee heeft men in elke provincie het provinciaal Verbond der Veekweeksyndicaten, dat op regelmatige tijden keuringen organiseert, met het doel de meest waardevolle dieren in te schrijven. Dit kan dan geschieden, zowel voor stieren als voor koeien in het Keurstamboek, het Stamboek of het Hulpstamboek.

In het s. komen dieren van bekende afstamming, die aan bepaalde exterieur- en productie-afstammingseisen voldoen en waarvan de afstamming bekend is. in het hulpstamboek komen dieren waarvan de afstamming niet bekend is of dieren waarvan de moeder niet aan de productie-eisen voldeed; in het keurstamboek alleen stamboekdieren die aan hogere productie- en exterieureisen voldoen of, voorzover het stieren betreft, dieren die een goed exterieur vererfd hebben, terwijl de afstamming een goede procluctie-vererving moet doen verwachten. Verder zijn er ook provinciale s. (fokkerssyndicaten) voor schapen, geiten en varkens.

TH. DF. GROOT.