Wanneer bij een monofactorieel erfelijk verschil de F1 bastaard (Aa) volkomen gelijk is aan de ene ouder (AA) en de F2 dus een splitsing van 3 : 1 te zien geeft, dan worden het in de heterozygoot (Aa) overheersende kenmerk en het gen daarvoor (A) dominant genoemd, terwijl het onderdrukte kenmerk en het gen daarvoor (a) als recessief worden aangeduid (z. Mendelsplitsing).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk