I. (bosb.) Wigvormige houten, met ijzer beslagen of geheel ijzeren schop, gebruikt voor het verspenen en uitplanten van 1- of 2-jarig plantsoen. De ijzeren duinschop wordt in het bijzonder gebruikt bij de duinbebossing, omdat hier langer beworteld plantsoen noodzakelijk is.
2. (tuinb.) Driehoekige spa, die in N.Holl. in gebruik was bij het poten van aardappels; thans geschiedt het poten meestal met een pootstok (plantstok) of met een geulentrekker.