Veen, dat door overdekkende lagen klei en/of zand van de bovenwereld wordt afgesloten, verandert op de lange duur, d.w.z. na honderden of duizenden eeuwen, in b. Daarbij neemt het vochtgehalte af, en in de organische stof, van de plantengroei in het veen overgebleven, hebben geleidelijk veranderingen plaats, waardoor het koolgchaltc van het geheel steeds toeneemt.
H en O verdwijnen geleidelijk als water, S en P soms snel, soms minder, maar N hoopt zich in de regel op met de koolstof. B. vindt men in Ned. o.a. in de Peel, maar in enorme hoeveelheden in Indon. Ze wordt gebruikt als brandstof en als grondstof voor de bereiding van gas en andere vluchtige (teer)-producten.
