Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Nicotine

betekenis & definitie

Alkaloid van de samenstelling C10H14N2 . Kleurloze vloeistof, kp. 247, s.g. 1,01. in alle verhoudingen mengbaar met water, alcohol en aether; vooral de natuurlijke, linksdraaiende vorm is zeer giftig voor mens en dier.

N. is het voornaamste alkaloid van de Nicotianasoorten. Het wordt technisch gewonnen uit tabak, waarin het voorkomt als zout van citroenzuur e.a. zuren, door destillatie met stoom. Bladeren en wortels bevatten tot ca 20%.

In vrije toestand en als sulfaat komt het op de markt. Het vindt als insecticide uitgebreide toepassing. Het is als ademhalings- en contactgif werkzaam en wordt vooral gebruikt ter bestrijding van bladluizen, bladvlooien en thrips. Het werkt door de damp, vooral als ademgif. Bij temp. beneden 12°C is n. onvoldoende werkzaam. Uit nicotinesulfaat verdampt het minder snel, waardoor het acute gevaar voor de mens vermindert en tevens de werkingsduur verlengd wordt. Het mag niet binnen 14 dagen voor de oogst op consumptiegewassen worden toegepast.

< >