1. (veet.) is een door een filtreerbare smetstof (virus; veroorzaakte ziekte van herkauwers en varkens. Paarden zijn niet vatbaar voor deze ziekte, die zich openbaart door hoge koorts en blaren in de bek, aan de spenen en klauwranden.
De ziekte zelf is minder erg dan de gevolgen, die er uit voort kunnen komen door neveninfecties met allerlei bacteriën enz. Daardoor ontstaan uierontstekingen, tussenklauwontstekingen enz., die de dieren voor altijd minderwaardig kunnen maken. M. en k. valt onder de bepalingen van de veewet. Sinds ca 1940 bestaat er een entstof, waarmee men de dieren een ca 9 maanden durende immuniteit kan bezorgen.2. (volksk.) Men moet een graszode, waar de koe op gestaan heeft, uitsteken en op de plank van de schoorsteenmantel leggen, om te drogen. Want zodra de zode droog is, is de koe weer beter (vgl. Kreupelheid).