is een zeer slappe, zwarte tot bruinzwarte zeeklei met veel plantenresten (riet en zeebies), afgezet in een brakwatermilieu en voorkomende in de oude blauwe zeeklei (in droogmakerijen) aan de rand op de overgang naar het veengebied. Zij bevat geen koolzure kalk en is rijk aan sulfiden (b.v. pyriet - FeS2).
Bij oxydatie vormt zich katteklei. Ten onrechte wordt deze klei ook wel biogene klei genoemd. M. is zeer slap en klinkt na ontwatering in, zodat zij nooit hoog boven het grondwater ligt. M. is daardoor alleen geschikt voor grasland.