Cucumis melo L., is evenals de komkommer een subtrop. gewas, zodat in Ned. de teelt alleen onder glas plaats vindt. Het opkweken van de planten en het enten vindt op dezelfde wijze plaats als tij komkommer.
Alleen moet men bij geënte planten ook nog een scheut van de onderstam aanhouden om de plant in leven te houden. Verder vindt de teelt van m. steeds iets later plaats dan die van komkommers, omdat bij een zeer vroege teelt de vruchtzetting meestal mislukt.M. worden in warenhuizen en onder platglas geteeld. Voor de teelt in stookwarenhuizen wordt begin Febr. uitgezaaid en eind Mrt uitgeplant. Men houdt een temp. van ca 21 °C aan. Deze teelt komt (evenals de teelt in koude warenhuizen) weinig voor. Het opleiden geschiedt op dezelfde manier als bij komkommers. Alleen moet aanvankelijk meer keren per week worden gesnoeid om het door de vrucht heen groeien te voorkomen. Verder moet men zorgen, dat er tijdens de bloei bijen in de kas zijn, die de bloemen kunnen bestuiven. In koude warenhuizen laat men de m. ook wel over de grond kruipen, zoals bij platglas, in plaats van ze aan touwtjes op te leiden. Voor de teelt onder platglas wordt, als het een vroege teelt (op broeimest) betreft, eind Febr. uitgezaaid en in de eerste helft van Apr. uitgeplant. Bij een latere teelt wordt op koude rijen uitgeplant tot Juni toe.
Het snoeien verschilt ook in dit geval met de snoei van komkommers, omdat de vruchtzetting anders verloopt en meer periodiek plaats vindt. In het begin snoeit men vaak veel. Tijdens de bloei moet ruim worden gelucht om het bevruchtingsproces te bevorderen.
Met gieten moet men bij m. zeer voorzichtig zijn.
I.h.a. is gieten, voordat vruchtzetting heeft plaatsgevonden, niet mogelijk.
Als rassen worden wel gebruikt: netm., witte suikerm., en oranje ananas.
In kassen wordt voor vroege teelt meestal net-m. en in mindere mate witte suiker-m. gebruikt. Bij wat latere teelt in kassen gebruikt men deze laatste wrel. Voor vroege teelt onder platglas neemt de net-m. ook de belangrijkste plaats in. (franje ananas is een specifiek ras voor de wat latere teelten.