Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Melkafscheiding

betekenis & definitie

De in de melkklier gevormde melk wordt op gezette tijden naar buiten afgescheiden onder invloed van het zuigende jong of van de melker.

Het organisme van het melkgevende dier is bij deze melkafgifte echter niet passief, maar maakt dit proces mogelijk door het in werking stellen van enige reflexen. Onder invloed van de zintuigprikkels, die het melkgevende dier ontvangt, wordt uit de achterkwab van de hypophyse het hormoon oxytocine in het bloed uitgestort. Dit hormoon bereikt met het bloed de om de klierblaasjes gelegen korfcellen in de melkklier en veroorzaakt een samentrekking van laatstgenoemde cellen. Ten gevolge hiervan wordt extra druk op de zich in de klierblaasjes bevindende melk uitgeoefend, die daardoor in het systeem der uitvoergangen van de melkklier geperst wordt. Bij dieren die niet over een goed ontwikkelde kringspier in de tepel beschikken, kan de melk vanzelf naar buiten komen als de druk in de melkboezem onder invloed van oxytocine wordt verhoogd. Bij koeien wordt dit echter als regel door het slotgatmechanisme in de tepelpunt verhinderd en is een actieve handeling van buiten nodig om de melk te voorschijn te brengen.

Om de rn. zo volledig mogelijk te doen zijn, is het nodig, dat door de met het melken verbonden handelingen de prikkels, die de oxytocine-afscheiding onderhouden, zo efficiënt mogelijk worden opgewekt en dat de oxytocine-afgifte gelijke tred houdt met de klierlediging. Is de hypophyse te snel uitgeput dan kan het zijn dat de klierblaasjes zich te vroeg ontspannen en er te veel melk in de klier achterblijft. Ook door onaangename prikkels van buiten (b.v. schrik kan het melkgevende dier er toe gebracht worden de oxytocine-afgifte te

beëindigen en daardoor de melkafscheiding stop te zetten.

< >