Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Luchtbanden

betekenis & definitie

zijn met lucht gevulde rubber banden. Op vele landbouwwerktuigen wordt gebruik gemaakt van l., omdat deze een grote trekkrachtbesparing geven en door hun verende werking een gunstige invloed hebben op de levensduur van de werktuigen.

De l. bestaat uit een buiten- en een binnenband. De buitenband is samengesteld uit lagen rubber en canvas (gemaakt van katoen, nylon of kunstzijde). Rubber- en canvaslagen wisselen elkaar af.In de landb. zijn de rijsnelheden laag en moet de band soepel zijn, zodat b.v. trekkerbanden meestal maar 4-6 koordlagen hebben. Dit aantal koordlagen wordt op de zijkant dezer banden aangegeven met de Eng. aanduiding ply (b.v. 4 ply voor 4 koordlagen). Verder is de bandenmaat (in inches) op de zijkant vermeld: voor hogedrukbanden b.v. 32 x 6 (het eerste getal geeft de diameter van band (= velg) aan, het tweede de hoogte van de band; de diameter van de velg is dus 20 inches), voor lagedrukbanden b.v. 8x16 (resp. hoogte van de band en diameter van de velg; de diameter van de band + velg is dus 32 inches). Voor hogedrukbanden wordt dus de buitendiameter van de band, voor lagedrukbanden de buitendiameter van de velg als maat aangegeven.

L. hebben uiteenlopende profielen. Trekkerbanden hebben vrij hoge, schuin vooruitliggende kammen van uiteenlopende vorm om slippen van het wiel tegen te gaan. Banden voor wagens en andere werktuigen hebben lengteribben.

De overdruk wordt aangegeven in atmosferen of in pounds (libra, afgekort Ibs) per vierkante inch, waarbij 14 lbs = I atm.