Het vegetatief vermenigvuldigen bij houtige gewassen kan d.m.v. stekken geschieden. Deze stekken kunnen verschillend van grootte zijn en zowel uit 1-jarig als overjarig hout gesneden worden.
Hoe gemakkelijker de wortelvorming plaatsvindt des te langer kan de stek zijn, alhoewel gemakkelijk wortelende gewassen ook d.m.v. een zeer klein stengelstukje met b.v. slechts 1 knop (oogstek) te vermenigvuldigen zijn. Zeer lange stekken soms van een paar m lang (vaak éénjarige twijgen, die in hun geheel - dus niet de top - worden gepoot) neemt men wel van populieren en wilgen. Lang- of doodstek van druiven is 2 internodiën groot, daar de knoppen ver uiteenliggen; de lengte is dan ca 25 cm. i.h.a. varieert de lengte der stekken bij de diverse gewassen tussen 4 en 25 cm.