1. tuinb.; Cydonia oblonga MILL. (syn. vulgaris PERS.), fam. Rosaceae, subfam.
Pomoideae, komt in het wild voor in Voor Az. en Indo China.De k. teelt men wel voor de vruchten en dan uitsluitend de grootvruchtige var., die men dan oculeert op diverse kweetypen of op Crataegus.
Bekend zijn de var. Champion en Portugese k.. Men gebruikt de vruchten voor de gelei-bereiding. De k. wordt ook gekweekt om als onderstam te dienen van peer-var. Deze laatste zijn dan vroeger vruchtbaar en brengen ook meer op per oppervlakte van de grond. Ook wordt van sommige var. daardoor de smaak verbeterd en treedt er resistentie tegen ziekten op.
Bij bepaalde peer-var. bestaat er in meer of mindere mate onverenigbaarheid met de k., in welke gevallen van een tussenstampeer gebruik wordt gemaakt. Van de diverse typen, die als onderstam worden gebruikt, zijn de typen A en C de bekendste.
2. (voet.) Soms gebruikt voor kween.