Van k. e. wordt gesproken, wanneer bij een paring (kruising) het kenmerk van de moeder overgaat op de zoons en dat van de vader op de dochters, zoals b.v. rode ogen witte ogen bij Drosophila, of zilver-goud en koekoek (K) - niet koekoek (k) bij de kippen. Het verschijnsel treedt slechts op bij factorenparen, die in het X-chromosoom (geslachtschromosoom) zijn gelocaliseerd, en wel alleen dan, wanneer van de beide ouders het hornogametische geslacht (XX) het recessieve kenmerk bezit en het heterogametische geslacht het dominante.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk