Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Koliek

betekenis & definitie

Ofschoon de boer k. vaak als een ziekte beschouwt, is het eigenlijk een ziekteverschijnsel, een symptoom dus, en betekent het niets anders dan buikpijn. Op buikpijn reageert het dier (meestal het paard) met een zekere onrust, die groter is naarmate de pijnen heviger zijn.

Het begint meest met omkijken naar de buik en wat abnormaal sterk transpireren. Daarna gaan de dieren met de achterbenen naar de buik slaan of krabben met de voorbenen. Soms persen ze en trachten mest af te zetten. Worden de pijnen nog heviger dan gaan de dieren herhaaldelijk liggen en opstaan, laten zich soms plotseling vallen, liggen dan heftig te slaan met benen en hoofd om even later weer ineens overeind te vliegen. Soms krimpen ze m.o.m. in elkaar van de pijn.De oorzaak van koliek, die het meest bij paarden voorkomt, kan zeer verschillend zijn. Al naar de oorzaak spreekt men dan ook van verstoppingskoliek (na het eten van te veel ruw voer), krampkoliek (optreden van darmkrampen door darmontsteking of verkeerd voer), darmsteenkoliek, wormkoliek (door ingewandswormen veroorzaakt, vooral bij jonge dieren ), overvoedingskoliek (doordat het dier losbrak en zich overmatig bij de meel- of haverbak tegoed deed). Dit zijn de meest voorkomende vormen. De eigenaar doet verstandig, in

afwachting van de komst van de veearts, de dieren geen voedsel te geven, bij overvoederingskoliek ook geen drinken, en te zorgen, dat het dier bij het slaan en rollen zich niet kan verwonden.

Lit.: J. WESTER, Orgaanziekten der grote huisdieren.

< >