Onder k. verstaat men de aard-k. met wortels, die aan een kluitplant in de boomkwekerij bij het rooien moet blijven, om goed verzenden en verplanten mogelijk te maken. Humusrijke gronden, vooral veengronden (Boskoop), vormen zeer gemakkelijk een k., op zandgronden is dit vaak veel moeilijker, terwijl kleigrond zich niet voor kluitvorming leent.
Op de kwekerij wordt kluitvorming bevorderd door geregeld verplanten of door rondsteken van de planten, waardoor een vrij klein, maar sterk vertakt wortelstelsel ontstaat, dat de grond vasthoudt ( zie ook Potkluit) . Tijdens de verzending wordt de k. beschermd door ingazen met jutegaas, dat om de k. geknoopt en genaaid wordt (z. Verpakking).