Naar de klimaatsfactoren laten de bossen in de tropen zich als volgt classificeren :
I naar de gemiddelde jaartemperatuur:
a. Laaglandbossen op 0-500 in zeehoogte met een gemiddelde jaartemp. van 26°-23:C.
b. Bergbossen op 500-1500 m zeehoogte met een gemiddelde jaartemp. van 23° —17° C.
c. Hooggebergtebossen boven 1500 m zeehoogte met een gemiddelde jaartemp. van lager dan 17° C.
II naar de grootte en de verdeling van de jaarlijkse regenval:
a. Regenbossen bij een jaarlijkse regenval van 2500 mm of meer en met één of geen droge maand (60 mm of minder) per jaar.
b. Moessonbossen bij een jaarlijkse regenval van 1500-3000 mm en 3 à 5 droge maanden per jaar.
c. Savannebossen bij een jaarlijkse regenval van 700-1500 mm en 6 à 8 droge maanden per jaar.
Uit de combinatie van deze twee klimaatsfactoren vloeien 9 bosklassen voort, die echter tot 7 beperkt kunnen worden, daar voor de hooggebergtebossen het verschil in de grootte en de verdeling van de jaarlijkse regenval van minder betekenis wordt door de daar sterk optredende dauwvorming.