Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Keuring

betekenis & definitie

1. K. van vee is een beoordeling naar het exterieur, het uitwendig voorkomen dus.

Alle stamboeken in Ned. en België stellen aan de in te schrijven dieren minimum exterieur-eisen, d.w.z. dat alle dieren, voordat ze kunnen worden ingeschreven, door een inspecteur van het stamboek moeten worden gekeurd. Men keurt in de eerste plaats naar het algemene type van de dieren, maar beoordeelt tevens de verschillende onderdelen. Bij het Fries Rundvee Stamboek wordt voor ieder onderdeel een aantal punten gegeven en een inschrijvenswaardig dier moet een minimum aantal punten behalen. Het Ned. en de Belgische Rundvee Stamboeken en de schapen-, geiten- en varkensstamboeken werken niet met cijfers maar met letters, waarbij a ideaal, ab iets minder, b normaal goed, bc afwijkend en c sterk afwijkend betekenen. Bij de paardenstamboeken wordt het dier gekeurd, zonder dat er een rapport wordt opgemaakt.Naast de k. voor het stamboek kent men o.a. de fokvee-k. Dit is een k., waarop de dieren, welke als regel naar de leeftijd in verschillende rubrieken worden ingedeeld, onderling worden vergeleken en dan worden geplaatst in volgorde van de exterieurkwaliteiten. Een fokvee-k. kan o.a. worden beschouwd als een voorlichtingsdag. In een onderlinge wedstrijd worden nl. de beste dieren aan de kop gezet, waardoor men het meest gewenste type onder de aandacht van het publiek brengt. Verder biedt een fokvee-k. als regel de mogelijkheid om fokvee te kopen en te verkopen.

Onder een centrale k. wordt als regel een provinciale k. verslaan, waarop de beste fokdieren uit een provincie worden bijeengebracht. Voor stieren

hebben deze jaarlijks eind Apr. of begin Mei plaats in de paardenfokkerij heeft men het begrip centrale k. nog verder uitgebreid. Zo houdt de V.L.N. zijn centrale hengsten-k. voor het gehele werkgebied jaarlijks in Utrecht.

Een premie-k., zoals men deze in de paardenfokkerij kent, is een k. op exterieur, waaraan het toekennen van premies is verbonden. Deze premies worden ter aanmoediging van de fokkerij beschikbaar gesteld door de Overheid en door de stamboeken. Een verplichte k. is een exterieur-k., welke door de Overheid is ingesteld, waaraan men het d fokmateriaal heeft te onderwerpen. Men kent verschillende vormen van verplichte keuringen.

Zo mag in Ned. een hengst alleen dan voor dekking worden gebruikt, wanneer hij met goed gevolg de bij de Wet voorgeschreven verplichte k. heeft doorstaan. Wat de rundveehouderij betreft zijn er een aantal provinciën, welke een verplichte k. hebben, nl. Geld., Utr., N. en Z.Holl., Zeel-, N.Brab. en Limb., terwijl de overige provinciën deze niet kennen. de minst vergaande vorm van verplichte k. is die, waaraan stieren zijn onderworpen, welke voor publieke dekdienst beschikbaar worden gesteld. Heeft men een stier uitsluitend voor eigen gebruik, dan valt deze daar dus buiten.

De andere vorm van verplichte k., welke meer ingrijpend is, is die waarbij elke dekstier bij verplichte k. moet zijn goedgekeurd. Het doel van deze k. is een selectie bij het mannelijk fokmateriaal uit te voeren, waardoor alleen de goede dieren voor de fokkerij kunnen worden gebruikt.

In België moeten alle mannelijke fokdieren aan een verplichte k. worden onderworpen. In de verschillende fokgebieden worden alleen stieren van een bepaald ras goedgekeurd.

Van zeer groot belang is verder de k. op afstammelingen. Hieronder verstaat men het onderzoek naar de kwaliteit van de afstammelingen van een bepaald fokdier. Deze k. wordt bij verschillende diersoorten uitgevoerd o.a. bij het rund, het paard, het varken, het schaap en de geit.

Bij het rund wordt voorn. gelet op de exterieur- en productie-eigenschappen van de nakomelingen. Voldoen deze aan hoge eisen, dan kan zowel een stier als een koe het praedicaat preferent behalen. Bij paard, schaap en geit kent men eveneens het praedicaat preferent. Bij het varken spreekt men echter van elitebeer en van sterzeug.

De bedoeling van deze praedicaten is de aandacht te vestigen op hoogwaardige fokdieren.

In België wordt deze keuring ongeveer volgens dezelfde richtlijnen doorgevoerd door de Keuringsdienst van de N.D.A.L.T.P. of Afzet.

Naast bovenstaande praedicaten, welke door de stamboeken worden verleend, kent men nog de k. op afstammelingen, welke door de verschillende Provinciale Commissies ter Verbetering van het Rundvee worden uitgevoerd. Hierbij worden de afstammelingen nagegaan van die stieren, welke een bepaalde leeftijd hebben bereikt en nog dienst doen in de fokkerij. Van het betreffende onderzoek wordt een rapport opgemaakt. Aan de hand van de meer of minder gunstige uitslag van dit rapport wordt al of niet een geldpremie voor de stamvader beschikbaar gesteld. Het doel van de k. op afstammelingen is de aandacht te vestigen op de prestaties van de stier en daarnaast door het toekennen van een premie het verder aanhouden van de goed fokkende stieren te bevorderen.

De resultaten van de verrichte k. op afstammelingen worden jaarlijks gepubliceerd, zodat de fokkers zich hiervan op de hoogte kunnen stellen.

TH. DE GROOT/E. J. ALDERKAMP

2. Van vlees. Alle voor de menselijke consumptie bestemd vlees moet volgens de bepalingen van de vleeskeuringswet vooraf worden gekeurd. Afgekeurd vlees moet worden gedestrueerd (z. Destructie). TH.DE GROOT
3. Van gewassen. Onderzoek ter beoordeling van rasechtheid en kwaliteit van het voortkwekingsmateriaal. Met de uitvoering van de keuring van gewassen in Ned. zijn de navolgende keuringsdiensten belast: Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Landbouwzaden en Aardappelpootgoed (N.A.K.) voor zover betreft landbouwzaden en aardappelpootgoed; Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Groente- en Bloemzaden (N.A.K.G.) voor zover betreft groente-en bloemzaden; Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Boomkwekerijgewassen (N.A.K.B.) voor zover betreft fruitgewassen (w.o. aardbeiplanten) en een aantal nut-laanbomen; Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Siergewassen (N.A.K.S.) voor zover betreft siergewassen.

Het doel van de keuring is te bereiken, dat het voortkwekingsmateriaal voldoet aan de te stellen eisen. De k. van de N.A.K. is gebaseerd op de volgende grondslagen: controle van het gebruikte voortkwekingsmateriaal (rasechtheid), veldkeuring, k. op monster en/of partij, toezicht op de bedrijven der aangeslotenen, certificering en plombering.

Voor kruisbevruchters zijn voorschriften vastgesteld omtrent de afstanden van ongelijksoortige en gelijksoortige rassen om het kruisbestuivingsgevaar te beperken. Bij de controle wordt vooral gelet op raszuiverheid en gezondheidstoestand (b.v. virusziekten bij aardappelen). Bij aardappelen is de controle van de gezondheidstoestand zelfs de voornaamste beoordeling bij de keuring te velde, terwijl ook het tijdstip van rooien of looftrekken van betekenis is.

Bij de keuring wordt verder aandacht geschonken aan het voorkomen van onkruiden of vermenging (b.v. gerst in tarwe}. Op de veldkeuring volgt bij zaaizaden een monsterkeuring, waarbij gelet wordt op uiterlijk waarneembare eigenschappen als kleur, reuk, tast, grootte van het zaad en beschadiging, terwijl natuurlijk ook nagegaan wordt of onkruiden of vermengingen voorkomen. Vervolgens wordt door laboratoriumonderzoek de kiemkracht, de kiemenergie en het vochtgehalte bepaald; hierbij wordt tevens gelet op de gezondheidstoestand. Door zeven van een gedeelte van het monster wordt vastgesteld of de sortering aan de eisen voldoet. Tenslotte volgt de partijkeuring om na te gaan of de partij behoorlijk overeenkomt met het monster.

Bij aardappelen wordt de partij op uit- en inwendig zichtbare knolziekten en gebreken beoordeeld, terwijl er op wordt toegezien, dat de partij voldoet aan de voorschriften betreffende de sortering. Enige jaren geleden werd een kuilinspectie ingevoerd, waardoor de partijen pootaardappelen beter beoordeeld kunnen worden.

Naast de k. en het uitgevoerde toezicht staat de Cultuurcontrole om na te gaan of de nateelt aan de verwachting voldoet.

Tot de groep selectiebedrijven van de N.A.K.G. worden alleen bedrijven voor de productie van groentezaden toegelaten, als ze voldoen aan bepaalde toelatingseisen. Een belangrijke verplichting is, dat elk bedrijf zijn eigen stam- en zaaizaad, bestemd voor de vermeerdering tot handelszaad, dient te produceren.

Aankoop van zaaizaad is toegestaan, mits dit wordt bemonsterd en geplombeerd door de N.A.K.G. en afkomstig is van bedrijven, welke voor zaaizaadverkoop in aanmerking komen.

Op de selectiebedrijven vindt regelmatig controle van de selectiewerkzaamheden en de stamzaadproductie plaats, terwijl alle percelen zaaizaad (waarvan de oogst is bestemd voor de vermeerdering tot handelszaad) worden gekeurd.

Bovendien vindt beoordeling van monsters van zaaizaadpartijen plaats op de proeftuin van de N.A.K.G. Deze contrôle biedt levens een basis voor de steekproefsgewijze keuring van de handelszaadpercelen. Voorts worden op de proeftuin op grote schaal monsters van in de handel gebrachte partijen groentezaden gecontroleerd. Afgekeurde partijen worden als zodanig door de N.A.K.G. geplombeerd en krijgen in overleg met of op aanwijzing van de N.A.K.G. een andere bestemming dan voor zaaidoeleinden.

Bij de keuringen door de N.A.K.B. zijn te onderscheiden:

a. moederboomkeuring;
b. veldkeuring;
c. partijkeuring en waarmerking.

Moederboomk. heeft plaats speciaal bij die rassen ten aanzien waarvan door de N.A.K.B. is bepaald, dat bij de voortkweking gebruik moet worden gemaakt van goedgekeurd ent- of stekhout. Bij deze k. worden de moederbomen en -planten gekeurd op rasechtheid en gezondheid en ten bewijze van goedkeuring gewaarmerkt met een waarmerkteken van de N.A.K.B. Het voortkwekingsmateriaal (ent- of stekhout) van de goedgekeurde moederbomen moet door of onder toezicht van een keurmeester van de N.A.K.B. worden gesneden en gewaarmerkt en wordt gecertificeerd aan de boomkwekers verstrekt.

Bij de veldk. worden de gewassen, voor zover deze tot het werkterrein van de N.A.K.B. behoren, op de boomkwekerijen gekeurd op rasechtheid, raszuiverheid en gezondheid. Dit geschiedt gedurende het groeiseizoen (Juni-Sept.) en jaarlijks ten minste éénmaal zolang het gewas te velde staat.

Alleen goedgekeurd materiaal mag in het verkeer worden gebracht; afgekeurd materiaal moet worden vernietigd, terwijl een gewas dat tijdelijk in de k. is aangehouden nogmaals in de k. kan worden gebracht.

De partijkeuring en waarmerking heeft plaats kort voor de aflevering. Bij de partijk. wordt het materiaal nogmaals op gezondheid gecontroleerd; tevens heeft dan een k. plaats op uiterlijke kwaliteit (vorm van stam en kroon, schotlengte enz.).

Ten bewijze, dat het materiaal bij de laatste veldk. en partijk. aan de gestelde normen heeft voldaan, wordt het van een waarmerkstrookje van de N.A.K.B. voorzien. Bij de waarmerking wordt het materiaal onderscheiden in kwaliteit normaal en kwaliteit B, al naar de uiterlijke kwaliteit. Bij bessen, frambozen en onderstammen wordt geen B-kwaliteit onderscheiden: deze groep wordt hier plantgoed genoemd. Voor elk dezer kwaliteiten zijn minimumnormen gesteld.

H. DE HAAN J.SAATHOF.