Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Kentering

betekenis & definitie

De k. is de overgangsperiode tussen het seizoen, waarin de passaatwind en dat waarin de moesson waait. Het is tevens de tijd, waarop de gordel van lage luchtdruk, die met enige vertraging de zenithstand van de zon volgt, zich over het betreffende gebied beweegt, een periode van stilte of zwakke wind met betrekkelijk hoge temp. en veel regen.

Evenals de beide zenithstanden van de zon komen de beide k. dichter bijeen te liggen, naarmate men van de equator de keerkringen nadert, om tenslotte samen te vallen tot het zomerminimum van de luchtdruk boven het vasteland. Nabij de equator zijn de kenteringrnaanden de warmste van het jaar, op iets hogere breedte is vooral de voorjaars-k. zeer warm en drukkend. Men spreekt ook van een k. bij de getijbeweging van het water, nl. de overgang tussen eb- en vloedstroom.

< >