Wat is de betekenis van kentering?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kentering

kentering - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) het omslaan van een schip Door het verschuiven van de lading werd de bemanning verrast door een plotselinge kentering. 2. het plotseling geheel van richting veranderen Ze wachtten op de kentering van het t...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kentering

kentering - zelfstandig naamwoord uitspraak: ken-te-ring 1. het anders maken of worden ♢ na jaren van vrede kwam er een kentering en werd het oorlog Zelfstandig naamwoord: ken-te-ring de kentering ...

2024-04-24
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Kentering

Kentering - ook stil water, de overgang van vloedstroom naar ebstroom of omgekeerd. Deze tijdstippen liggen vaak na hoog- en laagwater.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kentering

omkering.

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Kentering

De k. is de overgangsperiode tussen het seizoen, waarin de passaatwind en dat waarin de moesson waait. Het is tevens de tijd, waarop de gordel van lage luchtdruk, die met enige vertraging de zenithstand van de zon volgt, zich over het betreffende gebied beweegt, een periode van stilte of zwakke wind met betrekkelijk hoge temp. en veel regen. Evenal...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kentering

v. (-en), het kenteren; het omslaan van het getij; de overgang van de ene moesson tot de -andere : de voorjaars-, najaars-kentering ; — (hg.) overgang : op de kentering der tijden geboren ; — verandering, ommekeer : er kwam een kentering in zijn gevoelens; de kentering in de publieke opinie.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kentering

v. -en (1 het kenteren, verandering; 2 wisseling van eb en vloed; de tijd tussen eb en vloed; 3 O.-I. overgang van de ene moesson in de andere): 1. er komt een kentering in de openbare mening; 2. de kentering van het getij; 3. de kentering kenmerkt zich door onweders.

2024-04-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Kentering

1) wisseling v. eb en vloed; 2) in N.O.-I.: overgang v/d eenen → moesson i/d anderen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kentering

('kentәring) v. (-en) A. [kenteren I] het kenteren. B. [kenteren II] I. Eig. 1. [3 a] overgang van vloed in eb of omgekeerd: de van het getij. 2. [3 b] overgang van de ene moesson in de andere: bij de wisselen stilte en stormen elkander af. ll. Metf. ommekeer, verandering ten goede of ten kwade: er komt een in de openbare mening, in de ge...