is het inslaan van heipalen in slappe ondergrond voor de fundering van een bouwwerk. De palen worden tot in de vaste ondergrond geheid.
Is deze door de grote diepte niet te bereiken, dan worden de palen ‘op de kleef’ geheid, d.w.z. dal de paal voldoende weerstand krijgt door de wrijving met de doorboorde grond. Dit laatste geeft niet altijd zekerheid, dat er later geen verzakking van het bouwwerk kan plaatshebben.