legt over het landschap een gelijkmatige sluier, die tegen een donkere achtergrond een blauwachtige, tegen een lichte achtergrond een vuil-gele of roodachtige tint heeft. Zij bestaat uit deeltjes zo klein, dat ze niet zichtbaar of voelbaar zijn en die de lucht een rookachtig aanzien geven.
Het zicht blijft bij h. nog ten minste 1 km (op zee ½ zeemijl ca 0,9 km). H. is een verschijnsel van de droge tijd. De genoemde deeltjes bestaan voor een groot deel uit verbrandingsproducten (rook).