Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Paal

betekenis & definitie

1. (bosb.) Bij de bosexploitatie in Indon. een ruwhoutsortiment bestaande uit onbekapte of rond (spintvrij) bekapte stamstukken met een topdikte van minder dan 20 cm, zulks in tegenstelling met dolken waartoe de stamstukken met een grotere topdikte worden gerekend. De p. worden gesorteerd in topdiameterklassen van 3 cm (4, 7, ...19 cm top) en naar lengteklassen van 0,5 m.

2. Afkorting voor mijlpaal en ook, in het bijz. in Indon., gebruikt voor de afstand tussen 2 mijlpalen. Deze afstandsmaat is op Java 1506,94 m, op Sumatra 1851,85 m.