is het ontsmetten van de grond d.rn.v. stoom, waardoor schadelijke organismen gedood worden. De stoom wordt geproduceerd door hoge- of lage-druk stoomketels of speciaal daarvoor ingerichte ledenketels en wordt in de grond gevoerd m.b.v. een stoomrek, vroeger ook wel d.rn.v. omgekeerde bakken of m.b.v. het eg-systeem (traprek).
Bij deze laatste wordt de stoom onder de in de grond gedrukte bak of in de tanden van het traprek geblazen. De stoomtijd bedraagt ca 20-60 min., afhankelijk van de buitentemp., de te bestrijden parasieten en de isolerende werking van de grondafdekking. Een bijkomstig voordeel van het stomen is, dat belangrijke hoeveelheden plantenvoedingsstoffen voor de wortels beschikbaar komen.De stoomketels kunnen stationnair zijn, verplaatsbaar of zelf rijden. De laatste 2 uitvoeringen worden voorn, door loonstomers gebruikt. Bij gebruik van lage-druk stoomketels (met maN. 0,5 alm. overdruk) moeten de leidingen ruim bemeten zijn en is afvoer van condenswater noodzakelijk.
Per m2 V.O. (verwarmend oppervlak), waarvoor nodig is een stoomproductie van 27-30 kg/h, kan ca 3 m2 grond gelijktijdig gestoomd worden. Het brandstofverbruik is ca 5-8 kg m2 bij een diepte van 0,5 m.
Lit.: P. A. SPOELSTRA, Grondstomen. Meded. Dir. v. d. Tuinb. 14, p. 566.