Bij de extensieve wijze van fruittelen plantte men de vruchtbomen in het gras en bleef de boomgaard als weide in gebruik. Vandaar ook wel de naam weideboomgaard.
Zo langzamerhand begint men echter in te zien dat deze teeltwijze niet rendabel is en gaat men er toe over de bomen in akkerland te planten, terwijl men op gronden, die voldoende vochthoudend zijn. later gras inzaait. Men maait dit gras dan regelmatig en laat het ter plaatse rotten om de vorming van organische stof in de bodem te bevorderen. Men noemt deze wijze van handelen meestal mulchen. doch heeft er thans een Ned. woord van gemaakt door de ch in s te veranderen (mulsen).