is een stijve, gelei-achtige stof door koken uit beenderen verkregen. Het is een eiwitstof, behorend tot de groep skleroproteïnen evenals haren, hoeven, veren, nagels.
Vaak gebruikt als substraat voor voedingsbodems, nl. om de voedingsvloeistof vast te maken. Men voegt dan 10 tot 12% g. toe.Bij temp. boven 27°C is het mengsel vloeibaar. Men kan het dan uitschenken in een petrischaal, waarna men de massa laat stollen bij een temp. beneden 20oC. De bacteriën of het mengsel, waaruit men de bacteriën wil kweken, worden dan op de oppervlakte uitgestreken. Na enige dagen kweken bij een temp., die men beneden 25o C moet houden, vormen de bacteriën kolonies op de oppervlakte van de gelatine.