is de snijlijn van het frontvlak met het aardoppervlak; frontvlak is de benaming voor het scheidingsvlak tussen twee soorten lucht, die in de regel van geheel verschillende streken afkomstig zijn en derhalve geheel verschillende eigenschappen hebben. Aan de grens van twee soorten lucht zullen derhalve plotselinge veranderingen in; de temp. en de vochtigheid kunnen voorkomen, die wanneer dit frontvlak zich verplaatst, voor de stilstaande waarnemer duidelijk merkbaar worden.
Men onderscheidt stationnaire f., koude-f. (of kou-f.), warmte-f. en occlusie-f. (occlusies).Wanneer een f. zich niet verplaatst, spreekt men van een stationnair f. Verplaatst het f. zich echter wel, en dan zodanig, dat plaatsen, die eerst in de warme lucht waren gelegen, vervolgens in de koude lucht terechtkomen, dan spreekt men van een kou-f. Gaat de beweging van het f. evenwel in tegengestelde richting, dan spreekt men van een warmte-f. Indien een warmte-f. door een kou-f. wordt ingehaald, zoals in de praktijk nog al eens blijkt voor te komen, dan wordt de tussen deze beide f. gelegen warme lucht van de aarde opgetild; zijn deze f. eenmaal samengevallen, m.a.w. is de warme lucht niet meer in contact met het aardoppervlak, dan spreekt men van occlusie-f. of occlusie.
Hierbij kunnen zich nog drie gevallen voordoen: de koude lucht vóór het warmtefront kan kouder, even koud of minder koud zijn dan de koude lucht achter het kou-f. In deze drie gevallen ontstaan resp. de warmtefront-occlusie, de hoogte-occlusie en de kou-f.-occlusie. Langs de f. bevinden zich vaak gebieden waar neerslag valt: de aard van de bewolking en ook van de neerslag is sterk afhankelijk van de opbouw in verticale richting van de warme lucht.
Aangezien verschillen in temp. tussen twee soorten lucht verschillen in dichtheid tot gevolg hebben, zal het frontvlak niet verticaal staan, maar een hoek met het aardoppervlak maken, die steeds zodanig is, dat de koude (zware) lucht zich onder de warme (lichte) lucht bevindt.
H. TEN KATE.