is eigenlijk een onjuiste Eng. uitdrukking voor gedeeltelijk gebruik van een volledig (orthogonaal) proefschema. Men rangschikt daarbij de objecten eerst in subblokken zodanig, dat bepaalde interacties samenvallen met verschillen tussen die subblokken (z.
Confounding), en gebruikt dan slechts een of meer van die subblokken. Deze zeer recente werkwijze wordt toegepast bij proeven met zeer vele factoren in meer dan twee trappen die, volledig uitgevoerd, te groot zouden worden (z. Proefveld techniek).