fam. Ericaceae, dopheide.
Heide-achtige struikjes met in kransen geplaatste, naaldvormigc bladen en bloemen, waarvan de kroon na de bloei ingedroogd blijft zitten. Een vrij groot aantal soorten is in cultuur, zowel sierstruikjes voor buiten als voor potplanten in de kamer. Van de eerste groep zijn het meest belangrijk
E.carnea L. (E.herbacea L.), voorjaarsheide uit Eur., reeds bloeiend in het vroege voorjaar; E.vagans L., uit W. Eur., bloeiend in de zomer;
E.tetralix L., de inlandse dopheide, waarvan de bloemen in schermvormige bundels staan. Als potplant worden hoofdzakelijk gebruikt
E.gracilis SALISB. en diverse hybriden
E.cylindrica ANDR. en E. wilmorei KNOWL. et WESTC.: beide van onbekende herkomst.