afgeleid van het Griekse woord voor grond, is de verzamelnaam voor alle, geheel in de grond levende organismen, voorn, microscopisch kleine planten en dieren, die soms in zeer grote aantallen (in de beste gronden tot meer dan 2 mill. per cm3) voorkomen, maar dan nog slechts een minimaal deel vormen van de bouwkruin (minder dan het honderdduizendste deel). Toch is het e. van het allergrootste belang voor de hogere planten, daar de organische afvalstoffen ontleed worden en omgezet in voor de hogere planten opneembare verbindingen.
De het e. samenstellende vertegenwoordigers van bacteriën, schizophyten, schimmels, kiezelwieren, nematoden en nog enkele andere groepen vormen een gemeenschap; de ene groep maakt het leven van een andere mogelijk. Naast het hoofdvoedsel, geleverd door de organische detritus, zijn er soorten van bacteriën en schimmels, die luchtstikstof omzetten in nitrieten en nitraten. Ook tot het e. kunnen worden gerekend de aardwormen, die van bijzonder belang 2ijn voor een goede kruimelstructuur van de bouwkruin.