Wanneer een merrie door een hengst wordt gedekt moet de hengstenhouder aan de eigenaar van de merrie een d. afgeven volgens de bepalingen van cle paardenwet. De eigenaar van de merrie is volgens dezelfde wet verplicht dit d. te bewaren, totdat het verwekte veulen naderhand wordt gespeend.
Bij het Friese Rundvee Stamboek moet, als de afstamming van een kalf erkend zal worden, door de eigenaar van het kalf een dek- of sprongbewijs worden ingezonden uiterlijk 5 maanden, nadat de moeder van het kalf was gedekt.
Ook varkensstamboeken eisen vaak het gebruik van d., die aan de eigenaar van de zeug moeten worden ter hand gesteld.
Bij andere stamboeken wordt de controle op de dekkingen meest uitgeoefend door het bijhouden van een dekboek, waarvan van tijd tot tijd afschriften moeten worden opgestuurd.