vormen de superfam. Rhopalocera bestaande uit een aantal fam. van vlinders.
Zij worden ook kapellen genoemd. In rust dragen zij de vleugels boven de rug samengeklapt, de bovenkant is dikwijls met mooie kleuren getooid. De sprieten zijn draadvormig, eindigend in een knots, de voorpoten bij bepaalde groepen in grootte gereduceerd, vooral bij de de ♂♂. Rupsen zeer verschillend van uiterlijk; poppen meest vrij hangend of voorzien van een z.g. ceintuurdraad. Hun voedselkeuze brengt mede, dat zij voor cultuurgewassen niet schadelijk zijn, uitgezonderd enkele Pieridae of witjes, waarvan de soorten Pieris brassicae L. en
P.rapae L., het grote en het kleine koolwitje, op koolsoorten schadelijk worden. In Indon. is het aantal d. zeer groot, hun kleuren dikwijls zeer opvallend; schadelijk zijn vooral bepaalde soorten der fam. Satyridae en Amathusiidae, waarvan de rupsen leven op gramineeën, ook gecultiveerde zoals rijst, mais, suikerriet, resp. op palmen, b.v. cocos.