Een sedert 1876 bestaande instelling te Bogor (destijds Buitenzorg), die werd opgericht door Dr R. H.
C. C. SCHEFFER, destijds Directeur van ’s Lands Plantentuin aldaar. Dit geschiedde i.v.m. de, omstreeks het midden der vorige eeuw, snel groeiende belangstelling voor de landb. en het landbouwkundig onderzoek in Indon., dat tot die tijd bij ’s Lands Plantentuin berustte, waar onder leiding o.a. van TEYSMANN, tal van nuttige gewassen reeds waren ingevoerd. De bestudering dezer gewassen kon niet langer bij een zuiver wetenschappelijke botanische instelling geschieden, weshalve besloten werd tot de oprichting van een afzonderlijke tuin: de C., waar alleen de cultuurgewassen beproefd en bestudeerd werden, o.a. koffie, thee, specerijen, Palaquium (de getah-pertja boom) en in latere tijd - Hevea brasiliensis en oliepalm. Nog steeds zijn in Bogor de namen van de oude tuinen van de C. bekende namen van stadswijken: Kebon pala (de nootmuskaattuin), Kebon Kopi, Kebon pedis (de specerijtuin).
Tegenwoordig is de C. beperkt tot een complex grond bij het Cultuurtechnisch Instituut gelegen, dat op zijn beurt weer een onderdeel is geworden van het Alg. Proefstation voor de Landb. Met de opkomst der particuliere landbouwproefstations, o.a. die in Bogor, Malang, Djember, Salatiga en Medan, verhuisde de bestudering van verschillende gewassen (koffie, rubber, oliepalm, thee) daarheen en beperkte de C. haar belangstelling in hoofdzaak tot de cultures van de bevolkingslandbouw (andere dan rijst en tweede gewassen) en verder tot die cultures, die bij de proefstations van de ondernemingslandbouw (nog) geen plaats hadden gevonden, o.a. aetherische oliegewassen, bepaalde vezels (kapok, katoen, vezelpisang, roselle, ramie e.d.), peper en schaduwbomen, terwijl voorts de invoer van nieuwe gewassen steeds de volle aandacht had. De C. is, ondanks haar wisselende aspecten, steeds een integrerend onderdeel gebleven van het wetenschappelijk onderzoek voor de landb. in Indon., door haar functie als collectietuin en als studiecentrum.