fam. Rosaceae, dwergmispel.
Groot gesl. van heesters met vrij kleine, gaafrandige bladen en merendeels opvallend gekleurde besvormige steenvruchten. Men kan de C. het beste groeperen in altijd-groene en bladverliezende soorten. Tot de eerste behoren vooral C.salicifolia FRANCH. uit China, met lancetvormige bladen; C.microphylla WALL. uit de Himalaya, lage struik met kleine, smalle bladen; C.dammen SCHN. uit China, plat op de grond kruipende struik met ovale bladen. Van de bladverliezende soorten zijn geschikt als dek- of sierheesters C.franchetii Boiss. uit China, met sierlijk overhangende takken en C.simonsii BAK., waarvan de takken stijf rechtop gaan. Als rotsheester is te gebruiken C.horizontalis DENE uit China, misschien wel de meest bekende C. De grote soorten zijn geschikt als dekheester, de lagere zijn geliefd als rotsplanten.