Een verzamelnaam voor een grote groep van kleine, springende insecten met stekende en zuigende monddelen, die over de gehele aarde verspreid zijn en die verwant zijn aan de veel grotere cicaden. Biologisch onderscheiden zij zich hiervan doordat zij hun gehele ontwikkeling op de bovengrondse delen van de plant doormaken.
Vele soorten zijn zeer schadelijk. Men onderscheidt verschillende fam., o.m. de Jassidae, soms meer in het bijzonder met de naam van Cicadellidae aangeduid; zeer schadelijk voor het rijstgewas in geheel O. en Z. Az. is Nephotettix apicalis MOTSCH., de groene rietcicade, in Japan bekend als virusoverbrenger. Typhlocyba, met een aantal soorten in Ned. op roos, iep, esdoorn enz., doet tal van witte vlekken op het blad ontstaan; T. erythrinae KONINGSB. in Indon. zeer schadelijk op dadap (Erythrina sp.).
Cercopidae zijn schuimcicaden of spuugbeestjes; het gesl. Philaenus met enkele soorten in Ned. algemeen op verschillende planten; in Indon. grote soorten C. op peper, Ficus septica BURM. F. (syn F.leucantatoma Potr.) e.a. Bestrijding ware d. m.v. contactmiddelen, waarin HGH te Overwegen.