Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Cicada

betekenis & definitie

cicaden. Nogal grote en opvallende insecten der warme landen, met stekende en zuigende monddelen, behorende tot de fam.

Cicadidae. De ♂♂ kunnen een snerpend en soms oorverdovend geluid voortbrengen met behulp van organen aan de basis en de onderzijde van het abdomen, die afgedekt zijn met een paar als resonantiebodem werkende chitineuze kleppen. De ♀♀ leggen eieren met behulp van een legschede in takjes; de uitgekomen larven begeven zich onder de grond, waar zij graven en zich voeden door in wortels te steken en te zuigen. Even voor het uitkomen kruipen de volwassen nymphen ’s nachts tegen stammen op, waar men de lege bruine huiden geregeld aantreft. Indon. is zeer rijk aan C. Bekend en algemeen verbreid is b.v. de effen groene Dundubia mannifera L. en de grote, nagenoeg zwarte Cryptotympana acuta SIGN., met witte vlekken aan weerszijden van het achterlijf. De soorten heten op Java tongèrèt of tjinglèrèt. Ondanks hun talrijkheid staan zij niet bepaald als schadelijk te boek.

< >