noemt men de min of meer pleksgewijze optredende lichte verkleuringen van bladeren. Er kunnen hiervoor verschillende oorzaken aanwezig zijn.
I.h.a. ontstaat de c. als één of meer elementen in te lage concentraties in het blad aanwezig zijn. Vermoedelijk wordt dan de vorming van de bladkleurstof plaatselijk gestoord, zodat pleksgewijze minder chlorophyl aanwezig is. De meest bekende c. zijn die welke optreden bij ijzergebrek (dan wordt het blad in een ernstig stadium praktisch geheel geel) en bij mangaangebrek (pleksgewijze verkleuringen tussen de nerven). Een tekort aan andere elementen (Mg, Zn, Cu) geven soortgelijke verschijnselen. Het patroon van de verkleuring is dikwijls zeer specifiek en daaraan kan men dan de gebreks- of hongerziekte herkennen.