fam. Byturidae, het frambozenkevertje.
Een klein, geelgrijs, dicht viltachtig behaard torretje, dat als larve ernstige schade aan frambozenvruchten toebrengt. De overwinterde kever vliegt in Apr./Mei, bezoekt frambozenbloemen en legt een langwerpig ei tussen de meeldraden. de zich hieruit ontwikkelende larve, bekend als frambozenworm, beschadigt de vrucht en kan de kwaliteit en de kwantiteit van de oogst ernstig benadelen. Verpopping in de grond, jaarlijks slechts één generatie. Bestrijding vroeger algemeen door afkloppen op schermen, thans beter met spuit- of stuifmiddelen, zoals DDT of derris. De behandeling wordt toegepast zodra de kevers beginnen te vreten; vervolgens 10 dagen na de bloei herhaald om de larven te doden.