Brassica oleracea L. var. acephala de. f. laciniata (L.) SCHULZ. B. is een gewas met bladeren, die al naar het ras meer of minder gekroesd zijn.
De hoogte kan variëren tussen ca 25 cm en ca 1 m.Men onderscheidt winterharde en niet winterharde rassen. Naarmate de bladeren fijner gekroesd zijn neemt de winterhardheid af, hetgeen zich ook demonstreert door het vroeg afvallen van de onderste bladeren.
Voor consumptie vraagt men rassen met fijngekroesd blad. De grovere selecties worden wel gebruikt als voer voor kleinvee.
Al naar de raseigenschappen en de weersomstandigheden wordt b. van Oct. tot Mrt geoogst.
B. wordt ook wel als voederkool verbouwd. Lange onverdikte stengel met gekroesd blad. Minder productief dan merg- en bladkool, maar zeer winterhard en tevens vrij goed resistent tegen knolvoet. Het landras Westerwoldse grove bezit groter bladontwikkeling en forser, langer stengels dan gewone boerenkool.