Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bodemoplossing

betekenis & definitie

In het water dat in de grond voorkomt zijn vele stoffen opgelost, die te zanten de b. vormen. liet watergehalte van de grond is zeer variërend (5-40 gewichtsprocenten van de droge stof) en de samenstelling en concentratie der bodemoplossing wisselt met droge en natte periodes. Van de oplosbare stoffen is het gehalte voor zover het anionen betreft (Cl,NO,) ten naaste bij omgekeerd evenredig met het vochtgehalte van de grond.

Bij de slecht oplosbare stoffen (PO4) is de concentratie tamelijk constant. De kationen variëren tamelijk veel in concentratie, daar ze in een adsorptie-evenwicht met het adsorptie-complex staan. De verhouding éénwaardige kationen (Na, K) tot de tweewaardige kationen (Mg, Ca) stijgt in de b. bij een toename van het vochtgehalte. Vochtige grond heeft dus relatief meer Na en K beschikbaar, droge grond meer Mg en Ca.

De concentratie van de b. ligt tussen 0,05 en 0,2%. BURD en MARTIN geven als voorbeeld van een samenstelling mg per 1: NO3 149, HCO3 83, SO4, 561, PO4 1,1, Ca 242, Mg 91. Na 42, K 21.

Het fosfaatgehalte is steeds zeer laag, het nitraatgehalte vooral in verband met de nitrificatie en de snelle nitraatopname door het gewas zeer wisselend.