Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bloembollen als veevoer

betekenis & definitie

de waarde van b. als veevoer berust enkel op het gehalte daarvan aan zetmeelachtige stoffen. Het eiwitgehalte kan men verwaarlozen.

Het gehalte aan zetmeelachtige stoffen t.o.v. de droge-stof is ongeveer gelijk aan die van aardappelen. Aangezien het drogestof-gehalte van aardappelen gemiddeld 25 % bedraagt en dat van b. 30 tot 50 %, moet de voedingswaarde van b. hoger geschat worden dan die van aardappelen. Ze zijn zeer gemakkelijk te bewaren. Het onschuldigst en voedzaamst zijn de crocussen, die ruim anderhalf maal zoveel voederwaarde hebben als aardappelen. Ze kunnen aan verschillende diersoorten gevoederd worden in hoeveelheden, die men ook van aardappelen voederen mag. De dieren lusten ze graag.

Tulpen, die in voedingswaarde tussen crocussen en aardappelen in slaan, kan men in gelijke hoeveelheden geven. Ze werken enigszins prikkelend op de melkgift. Dit kan oorzaak worden, dat in die gevallen, waarin de koeien niet voldoende eiwit krijgen, of in het totaal niet genoeg voer, die dieren eerder en sterker vermageren dan wanneer ze b.v. aardappelen in plaats van tulpen hadden gekregen.

Hyacinthen worden evenals de twee vorige bolsoorten graag door het vee gegeten en hebben een voedingswaarde, die iets (niet veel) beneden die van aardappelen ligt. Men kan er evenveel van voeren als van aardappelen, maar moet de dieren er even langzaam aan wennen, daar sommige koeien er overgevoelig voor zijn.

Irissen en gladiolen mag men slechts in kleine hoeveelheden aan de verschillende diersoorten voeren door het hoog gehalte aan zuringzure kalk, die in de vorm van lange kristal naalden er in voorkomen. Deze kunnen schadelijk werken op de slijmvliezen. Koeien moet men niet meer geven dan 10 kg per dag, gemengd met ander voer (b.v. voederbieten) en aan varkens (niet te jonge en niet aan drachtige of zogende zeugen) 1 tot 2 kg. Alle dieren moeten er langzaam aan wennen. Gladiolen hebben bijna dezelfde voedingswaarde als aardappelen; irissen iets meer.

Narcissen moet men met grote voorzichtigheid voederen. Met 1 of 2 bollen per koe per maaltijd beginnen. de risico is iets minder als men ze eerst laat broeien (inkuilen en licht afdekken) en ze aan rundvee voedert, dat er aan gewend is. Zij bevatten een vergiftig bestanddeel van alkaloidachtige aard, terwijl er ook nog andere ongewenste stoffen in voorkomen, die tezamen gemakkelijk braken kunnen veroorzaken.

Crocussen, tulpen en hyacinten kan men zonder veel verlies bezwaren door ze in te kuilen en zwaar te belasten.

De samenstelling van de verschillende bloembollen is als volgt:

ds vre zw

crocussen . . . . . . 51,1 5,2 38,8

tulpen . . 43,5 3.2 32,5

hyacinthen . . 35,6 2.9 26,7

gladiolen . . 31,3 3,0 23,8

narcissen . . 35,5 2,5 27,0

irissen . . 44.3 4.o 31.0

P. VERHOEVEN.

< >