Onder b. verstaat men het verschijnsel dat in mindere of meerdere mate optreedt bij verschillende meerjarige houtige gewassen, zoals fruitbomen, bos en laanplantsoenen, waarbij de vruchtbaarheid in de loop der jaren wisselt. Het wordt veroorzaakt door de physiologische toestand waarin de plant verkeert en staat in verband met de factoren, die de vruchtbaarheid regelen (voedingstoestand, phytohormonen, weersomstandigheden etc.).
Men kan het verschijnsel m.o.m. opheffen door bemesting, vermindering van schaduwwerking, ziektebestrijding, snoeien en dunnen van de vruchten.