geeft aan, de opzet (de organisatie) van het bedrijf in de naaste of verdere toekomst;
d.w.z. wat zal worden geproduceerd (productieplan) en de wijze waarop de productiemiddelen arbeid, kapitaal en grond zullen samenwerken om de producten voort te brengen. Het b. wordt behalve door het productieplan gekenmerkt door de verhouding arbeid kapitaal (derhalve door de graad van mechanisatie;, door de wijze van arbeidsvoorziening (gezinsarbeid, vaste kern, losse arbeiders), door de intensiteit van de verbouw der producten e.d. In het b. zullen steeds veranderingen moeten worden aangebracht, omdat de omstandigheden (prijsverhoudingen, afzetmogelijkheden e.d.) wisselen. Met name dient elk jaar een belangrijk onderdeel het productieplan - opnieuw te worden vastgesteld.
Een bepaald b. leidt tot een bepaalde bedrijfsorganisatie. De bedrijfsorganisatie heeft betrekking op de opzet van het bedrijf, zoals die op een gegeven ogenblik is, het b. op de opzet in de naaste of verdere toekomst. In de praktijk heeft het woord b. veelal betrekking op de opzet van het bedrijf, zoals het op een gegeven moment is (dus in de betekenis, welke hier aan bedrijfsorganisatie is toegekend) en dan vaak ook nog in de beperkte betekenis van productieplan (bouwplan en veebezetting).
B. noemt men in de bosb. het bij de bosbedrijfsregeling opgestelde plan van de in de eerstvolgende 10 of 20 jaren in een bosgebied uit te voeren werkzaamheden betreffende kap, verjonging of cultuur, bosverzorging en -bescherming, wegenbouw, oprichting van gebouwen en aanschaffing van transportmiddelen en werktuigen. Het dient periodiek te worden herzien.
