Arbeid, welke wordt verricht door het boerengezin, waarvoor - behoudens enig zakgeld voor de grotere kinderen dus geen loon behoeft te worden betaald. Lange tijd heeft men deze g. niet tot de productiekosten gerekend.
Dit was één der redenen, waarom het kleine bedrijf onder vele omstandigheden kon concurreren met de grotere bedrijven. De fiscus werkte in dezelfde richting, doordat voor de Rijksinkomstenbelasting alleen het loon voor de meerderjarige kinderen als bedrijfsuitgave in aanmerking mocht worden gebracht. Voor de kostprijsberekeningen is steeds het standpunt ingenomen, dat voor g. - voor zover deze voor het bedrijf nodig is - niet loon als bedrijfsonkosten in de rekening moest worden opgenomen. Neemt men voor alle gezinsleden onder de productiekosten een post op voor loon, welke wordt afgeleid uit het aantal gewerkte uren en de uurlonen voor landarbeiders, dan komt men, in tegenstelling tot vroeger, meestal tot de conclusie, dat bedrijven met g. duurder produceren, dan grotere bedrijven, die met betaalde arbeidskrachten werken. Een der redenen is, dat g. - juist omdat deze niet betaald wordt - minder efficiënt wordt aangewend dan betaalde arbeid. G. heeft het voordeel, dat alle werkenden geïnteresseerd zijn bij de uitslag van het bedrijf, zodat het werk in de regel met meer zorg en liefde geschiedt, dan wanneer dit door betaalde arbeidskrachten wordt verricht. Voor het opfokken en de verzorging van landbouwhuisdieren en voor vele fijne teelten in de tuinb. is dit vooral van betekenis.