Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bakhuis

betekenis & definitie

Gebouwtje in de nabijheid van de boerderij, voorkomende in Gelderl., Utr. en Limburg. Ook in Vlaanderen, nl. in de gebieden met Brabants dialect, gebruikt men deze term.

Tegen een der eindgevels is een bakoven gebouwd, met de mond van de oven in het b., vanwaar deze wordt gestookt. Boven de ovenmond, welke met een ijzeren deur wordt afgesloten is een rookmantel aangebracht, waarboven zich de schoorsteen bevindt. In het b. bevindt zich de baktrog en de baktafel.