hebben ook voor de dieren grote betekenis. Elke diersoort moet zich (om te blijven voortbestaan), zoveel mogelijk aan de a.i. kunnen aanpassen: b.v. wintervacht, vetvorming.
Op een plotselinge verandering kunnen de dieren zeer snel reageren; bij koud of regenachtig weer daalt bij melkvee de rnelkgift en.stijgt het vetgehalte van de melk. Bij onweer worden koeien en paarden zeer onrustig.