in algemene zin is het deel van het maatschappelijk inkomen, dat ten deel valt aan de productiefactor arbeid. Volgens deze definitie valt onder a. ook het loon, dat een ondernemer (boer of tuinder b.v.) verkrijgt door het verrichten van arbeid in eigen bedrijf; het verdient echter meer aanbeveling dit loon aan te duiden als ondernemersloon en het begrip a. te beperken tot het inkomen, dat verkregen wordt wegens het verrichten van arbeid in dienst van een ander.
Het a. kan gebaseerd worden op de tijd, gedurende welke gewerkt wordt (resp. uur-, dag-, week-, maand- of jaarloon), dan wel op de omvang van de geleverde arbeidsprestatie (tariefloon, stukloon, aangenomen werk). Tot het a. moet niet alleen worden gerekend hetgeen in geld wordt ontvangen, doch eveneens hetgeen in natura wordt verkregen, b.v. vrij wonen, vrij aardappelland, vrij melk, enz.
