Stof die de werking van een bepaald vitamine in het dierlijk organisme tegengaat of onmogelijk maakt. Een bekend voorbeeld hiervan is de verbinding dicumarol, die in bepaalde planten ontstaan kan en bij opneming door de dieren het gehalte aan prothrombine in het bloed sterk verlaagt.
Hierdoor wordt de stolbaarheid van het bloed verminderd. Het vitamine K hoeft de tegenovergestelde werking op de stolbaarheid van het bloed en kan als middel tegen dicumarine-vergiftiging beschouwd worden. Bepaalde sulfanilamide-verbindingen, o.a. sulfaguanidine, worden wel eens als a. van het vitamine B-complex beschouwd. Zij voldoen echter niet aan de definitie van een a., omdat zij niet de werking der B-vitamines tegengaan, maar de vorming van deze vitamines door de darmflora. Sulfaguanidine doodt nl. de bacteriën in de darm, die gedeeltelijk in de vitamine B-complex behoefte van het dier voorzien. Daardoor wordt de behoefte van het dier aan met het voeder opgenomen vitamine B-complex groter.