Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Anjer

betekenis & definitie

Veel als snijbloem en ook als tuinplant gekweekte soorten van het gesl. Dianthus, fam.

Caryophyllaceae. De bekendste is de Amerikaanse a., afkomstig van D. caryophyllus L., waarvan in ons land ca 60 ha onder glas gekweekt wordt. De totale aanvoer aan de veilingen bedroeg in 1952 ruim 74.600.000 stuks, waarvan de geldelijke opbrengst in dat jaar ruim f 7.400.000 bedroeg (alleen in Aalsmeer reeds f 6,5 millioen). Het grootste deel wordt gekweekt te Aalsmeer, de rest in het Westland, de Veenstreek, Hoogezand, enz. De vermeerdering geschiedt d.m.v. stek, dal in het winterhalfjaar onder enkel glas in zuiver zand gestoken wordt. Na beworteling worden de jonge planten opgepot en in het voorjaar uitgeplant in de volle grond, waarna de eerste bloemen omstreeks Juli gesneden kunnen worden.

Om de planten rechtop te houden, dienen een aantal netten boven elkaar gespannen te worden. Om een goed vertakt gewas te krijgen, dient eenmaal of enige malen getopt te worden. Zijknoppen worden weggeplozen (z. Pluizen).

Enige ernstige vaatziekten, veroorzaakt door de schimmels Phialophora cinerescens Fusarium oxysporum en een bacterie, waarvan de eerstgenoemde zich door de grond verspreiden, kunnen het gewas aantasten en na verwelking doen afsterven. In verband hiermede is de N.A.K.S., afd. Anjers ingesteld, waarbij slechts gezondheidscertificaten aan het stek worden verleend, wanneer het uit gezonde partijen afkomstig is.

Tevens wordt het stek op virusziekten en andere schimmelziekten gekeurd. Als snijbloem voor buiten worden uit zaad wel de kleinere Chabaud-a. gekweekt. Andere landen met een belangrijke anjerteelt zijn Denemarken, Duitsl., Eng., Am. en verder langs de Midd. Zee in Frankr.. Italië en Spanje.