els. Deze boom behoort tot de fam.
Betulaceae en wel tot de nootvruchtachtige katjesdragers, Fagales. Bij dit gesl. staan, evenals bij de berken, zowel de ♂ als de ♀ bloemen in katjes. Bloemen dus steeds eenslachtig.Over het algemeen soorten van lagere gronden met knotsvormige, gewoonlijk gesteelde, verspreid staandeknoppen.De ♂ (grotere) en de ♀ (kleinere) katjes komen reeds in de zomer tevoorschijn en bloeien het volgend voorjaar vóór het uitkomen der bladeren.
De nootvruchtjes bevinden zich in de elzenprop. Bladstand verspreid. Bladeren enkelvoudig, gewoonlijk vrij rond.
De volgende soorten worden in Ned. aangetroffen:
A. glutinosa GAERTN., de zwarte els met ronde, vrij gladde bladeren, die aan beide zijden groen zijn; paarse gesteelde knoppen, in het voorjaar kleverig; gladde twijgen. Meer als struik dan als boom. Bewoner van vochtige vruchtbare gronden, die in vrijwel geheel Eur. voorkomt, echter niet hoog in de bergen, klimaatvaag.
A. incana MOENCH., de witte els met meer toegespitste ruwe bladeren, die aan de achterzijde blauwgrijs zijn. Knoppen fijn behaard, korter gestoeld, in het voorjaar niet kleverig, jonge twijgen fijnbehaard, meer buigzaam. Ook deze groeit voorn, als struik. Het hout heeft echter minder waarde dan van de voorgaande. Komt voor op drogere gronden en gaat in Eur. verder naar het N. en hogerop in de bergen. Heeft meer een continentale inslag. Deze beide soorten zijn voor de Ned. bosb. de belangrijkste.
A.cordata DESF., de els uit Corsica en Z. It., met groter, meer glimmende, aan de voet hartvormige bladeren, die doen denken aan perebladeren.
A.rubra BONG., de Am. els uit het W. Am. douglasgebied met grote gladde bladeren, die aan de achterzijde grijs zijn (als bij A. incana) en die verder het meest opvalt door zijn typische witte berkenstam. De els is een uitstekende humusvormer en goede bodemverpleger.
A. heeft wortelknolletjes, die bacteriën bevatten, welke in staat zijn de vrije stikstof uit de lucht op te nemen en ter beschikking van de plant te stellen. Het hout heeft geen gekleurde kern en verkleurt enige dagen na het vellen typisch roodbruin. Onder water is het duurzaam (gebruik van elzentakkebossen voor waterwerken). Verder voor sigarenkistjes, potloden, kleine gebruiksartikelen, brandhout. De els wordt voorn, gebruikt als bodemverplegende mengsoort. De zwarte in het populieren- en fijnsparrenbos, de witte tussen douglas, lariks, eik e.d. hoofdsoorten.