Het toppunt van Nederland

Aad Struijs (2002)

Gepubliceerd op 30-07-2018

Nijmegen

betekenis & definitie

Nijmegen en Maastricht maken beide aanspraak op de eretitel de oudste stad van Nederland. Historici zijn het er niet over eens welke stad gelijk heeft. Laten we het dus maar op een ex aequo houden. Heel toepasselijk, want beide steden hebben een rijk Romeins verleden.

Al in 105 na Christus verleende de Romeinse keizer Trajanus stadsrechten aan de nederzetting Ulpia Noviomagus (= Nieuwe Markt), zoals de Latijnse doopnaam van Nijmegen luidt. In de stad zijn nog maar weinig herinneringen aan de Romeinen te vinden. In de garage van het casino aan de Waalkade kan men een blik werpen op de restanten van Romeinse muren. En in de bossen tussen Nijmegen en Malden liggen de restanten van de kleine Romeinse versterking van Heumensoord. In de 4de eeuw, dus in de nadagen van het Romeinse rijk, bewaakte een groepje Romeinse soldaten hier de weg van Nijmegen naar het zuiden.

TIP: Museum Het Valkhof grossiert in informatie over Romeins Nijmegen. De collectie bestaat uit archeologische kunst- en gebruiksvoorwerpen. Aandacht is er ook voor keizer Karel de Grote, die in Nijmegen in de 8ste eeuw de Valkhofburcht liet bouwen. Deze zogeheten Palts (reispaleis) werd in 1047 verwoest, maar in 1155 door keizer Frederik Barbarossa herbouwd. Van het burchtcomplex staan alleen nog de Barbarossaruïne en de Sint-Nicolaaskapel overeind. De rest viel in de 18de eeuw ten prooi aan de slopers. Dat slopen was zo'n enorme klus, dat 150 man er anderhalf jaar zoet mee waren.

De collectie van Museum Het Valkhof bestaat verder uit schilderijen, prenten, beelden en zilver uit de tijd van de gilden en de Gouden Eeuw en uit Nederlandse moderne kunst van na 1960, met speciale aandacht voor pop art en hedendaagse expressionisten. Adres: Kelfkensbos 59.

Wie in de voetsporen van de Romeinen wil treden, kan over de oude heerbaan Via Romana van Nijmegen naar Colonia Ulpia Traiana (het huidige Xanten in Duitsland) kuieren. Daar zijn onder andere de restanten van gebouwen en tempels te zien die dateren van rond het begin van de jaartelling.

Nijmegen is de enige Nederlandse stad met een boven- en een benedenstad. Ondanks de zware vernielingen in de Tweede Wereldoorlog heeft de stad aan de Waal nog steeds een middeleeuwse kern met 200 historische panden. De Stichting Oude Stad organiseert samen met de VVV rondleidingen langs verborgen plekjes.

Elk jaar is Nijmegen vier dagen het centrum van de wandelwereld. De Internationale Vierdaagse Afstandmarsen brengt tussen de 30.000 en 40.000 binnen- en buitenlandse deelnemers op de been. Het is het grootste meerdaagse wandelsportevenement ter wereld. De intocht op vrijdag is een groot feest. Honderdduizenden belangstellenden staan dan langs de 'Via Gladiola' (Sint-Annastraat) om de wandelaars toe te juichen en in de bloemetjes te zetten. Maar er wordt in Nijmegen niet alleen flink doorgestapt. De Keizer Karelstad maakt traditiegetrouw ook pas op de plaats om uitbundig de gladiolen en andere bloemetjes buiten te zetten. Dat gebeurt 's avonds tijdens het grootste openluchtfeest van Nederland. De hele binnenstad fungeert vier dagen lang als podium en terras.

De Vierdaagse ging oorspronkelijk van start in 1907, toen luitenant Viehoff uit Arnhem het idee opperde om zijn manschappen de 100 kilometer naar een sportevenement in Breda in vier dagen te voet te laten afleggen. De legerleiding schoot het idee aan flarden, maar de Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding pikte het op en voerde het in 1909 uit. In dat jaar vonden in vijftien regio's voettochten plaats, waaraan vooral militairen deelnamen. Andere plaatsen volgden. Maar Nijmegen werd algauw favoriet vanwege de uitstekende faciliteiten. In 1928 meldden zich voor het eerst buitenlandse wandelaars voor de afstanden van 30, 40 of 50 kilometer per dag.

TIP: Er zijn veel sportievelingen die graag het 'vierdaagsespoor' willen volgen maar er niets voor voelen om zich vier dagen lang de benen uit het lijf te lopen in een eindeloze file wandelaars. Zij willen op eigen gelegenheid en in eigen tempo op pad en op een moment dat het hun schikt. Voor die individuele wandelliefhebbers ontwikkelde de Streek-VVV Rijk van Nijmegen de 'Alledaagse'. Die kan het hele jaar door worden gelopen. Wie vier etappes volbrengt ontvangt een beloning.

In de week voorafgaande aan het Nijmeegse wandelfeest heeft de Apeldoornse Vierdaagse plaats. Die is kleiner van opzet en vooral in trek bij wandelaars die van rust en een schitterende natuur houden. Er doen geen militairen aan mee.

Neerbosch, een van de eerste particuliere weeshuizen in Nederland, biedt tegenwoordig onderdak aan het Van 't Lindenhoutmuseum. Het geeft een beeld van de opvang van wezen. De collectie bestaat onder meer uit prenten, kleding, schilderijen en gereedschappen uit de werkplaatsen waar de wezen een ambacht leerden. Adres: Scherpenkampweg 59.

Het op één na oudste benzinestation in Nederland staat aan de Graafseweg. Het verrees in 1936. Het fraaie staaltje van Nieuwe Zakelijkheid in de architectuur is het eerste benzinestation dat de officiële status van monumenten kreeg.

TIP: Het oudste benzinestation van Nederland is te vinden in Venlo (L)*

Nederland is het fietsland van de wereld. Er zijn zelfs meer fietsen dan inwoners. Niet zo verwonderlijk dat het museum met de grootste collectie fietsen van Europa in ons land te vinden is: het Nationaal Fietsmuseum Velorama. Het is bovendien het enige fietsmuseum in Nederland. Er staan meer dan 250 authentieke twee- en meerwielers, waaronder de fiets van koningin Wilhelmina. De verzameling geeft een volledig beeld van de ontwikkeling van het rijwiel vanaf 1817, toen Freiherr von Drais de wereld opzadelde met de eerste loopfiets, de draisine.

Later verscheen de hoge bicyclette op de weg, een vervoermiddel met een hoog voorwiel en een piepklein achterwiel. Na de uitvinding van de ketting was het niet langer noodzakelijk om ongelijke wielen toe te passen. Engelse constructeurs bedachten de safety, waarin de hedendaagse fiets al is te herkennen. De uitvinding van de luchtband, versnellingsnaaf en kogellager versnelden de evolutie van het rijwiel. In het museum staan ook eenwielers, kinderfietsen, speelgoedfietsjes, racemateriaal, funbikes, vouw- en ligfietsen en militaire ijzeren rossen. De collectie bestaat verder uit posters, belastingplaatjes, reclameborden, lantaarns en fietscuriositeiten. Het museum is gevestigd in een historisch pand dat deel uitmaakt van de vestingwerken van Nijmegen. In de wand van het museum is nog een deel van de oudste Stratemakerstoren* te zien. Adres: Waalkade 107.

Toen Nijmegen aan het begin van de 15de eeuw groter groeide, kreeg het nieuwe stadsdeel een zwaar pantser in de vorm van een dikke stadsmuur. Op de plaats waar die nieuwe verdedigingsmuur aansloot op de oude, verrees een hoge ronde waltoren, voorzien van schietgaten en kantelen. Deze 36 meter hoge Kronenburgertoren straalt stoerheid en kracht uit. Het is de enige waltoren van dit type die in Nederland bewaard is gebleven.

In de donkere en vochtige ruimten achter de dikke muren zetelt een heel bijzonder paddestoelenmuseum. Het maakt duidelijk dat er sinds mensenheugenis heel wat wordt gezwamd over paddestoelen. Dat leverde kostelijke volksverhalen op, waarin de dood, de duvel en z'n ouwe moer steevast de hoofdrol spelen. Dat begint al met de herkomst van de naam paddestoel. Die verwijst naar de duivel. Van Satan wordt immers beweerd dat hij zich als pad vermomt. De paddestoel is zijn favoriete zetel, want die groeit op duistere plekken uit rottend materiaal. Bovendien zijn paddestoelen giftig. Duivelser kan het niet. De slechte reputatie van de paddestoel is terug te vinden in namen als satansboleet, doodstrompet, heksenboter, duivelsei, heksenboleet, dodemansvingers en judasoor. Overigens zijn er van de 3500 paddestoelen die in ons land groeien slecht enkele tientallen soorten giftig.

Van de meeste daarvan ga je ook niet dood - je krijgt er hooguit vreselijke maagkrampen van. Dat betekent overigens niet dat de rest te consumeren is. Heel veel soorten zijn oneetbaar, om de eenvoudige reden dat ze walgelijk smaken. In de kelder van de Paddenstoelentoren Het Rondeel worden eetbare paddestoelen gekweekt. Adres: Parkweg 65.

TIP: Nijmegen telt nog twee andere stoere stadstorens die te bezoeken zijn, omdat ze onderdak bieden aan een museum. In de 14de-eeuwse Kruittoren, Parkweg 94 is Grootmoeders Keukenmuseum te vinden, een bonte verzameling eierdopjes, keukengerei, blikken, trommels, oud speelgoed en een compleet ingericht grutterswinkeltje. De 16de-eeuwse Stratenmakerstoren vormt een indrukwekkend decor voor wisselexposities over de rijke geschiedenis van de vestingstad Nijmegen. Voor kinderen zijn vooral ook de geheimzinnige onderaardse gangen en mysterieuze kazematten spannend en interessant. Adres: Waalkade 83-84.